De column van Don Leo; ‘Scorebordjournalistiek’

De column van Don Leo; ‘Scorebordjournalistiek’

Tegenwoordig wordt alles bij een voetbalwedstrijd in de Ere en Eerste Divisie en bij het Nationale team vastgelegd. Er zijn dus na afloop van een competitie of toernooi veel gegevens beschikbaar. Daar is van alles uit te halen om te bespreken. Het gegeven met betrekking tot het scoreverloop is hierbij erg interessant. Wanneer wordt er gescoord en welke verklaring kan hierbij gegeven worden.

Over een hele wedstrijd gezien wordt er per verlopen kwartier steeds meer gescoord. *Dus in het eerste kwartier het minst (8%) en in het laatste kwartier het meest (26%). Een logische verklaring hierbij kan zijn dat men in het begin van de wedstrijd de kat uit de boom kijkt en de gekozen tactiek van elkaar probeert te doorgronden om daarop de eigen tactiek dan aan te passen. Een andere invalshoek kan zijn dat men wat meer defensief start om een snelle tegengoal te voorkomen.

In de rust heeft een trainer de gelegenheid om een en ander aan te passen aan de tactiek en om eventueel spelers te vervangen. Een mooi voorbeeld is de recente wedstrijd van Nederland – Duitsland waarbij het bij de rust 0-2 voor de Duitsers stond. Koeman heeft de tactiek aangepast door de Jong meer vanuit het centrum te laten spelen en de Roon meer van links. Men kreeg meer grip op het middenveld en de wedstrijd kantelde naar een 2-2.

Dan komen we naar het eind van de wedstrijd waarin de meeste goals vallen. Oorzaak hiervoor ligt wat lastiger te bepalen. Maar er zijn er een aantal aan te wijzen; fysieke vermoeidheid kan een rol spelen, men is niet meer bij krachten om bijvoorbeeld de ruimtes dicht te lopen. Psychische vermoeidheid de concentratie vermindert. De twijfels in een team, redden we het nog om de wedstrijd te winnen of niet te verliezen? Het alles of niets effect, waarbij alle risico’s worden genomen. Kortom aan het eind van de wedstrijd wordt het vaak meer open en met meer mogelijkheden voor beide goals, tenzij bijvoorbeeld bij een WK of EK men een ‘salonremise’ overeenkomt om zo beide door te kunnen gaan naar de volgende ronde.

Voorbeelden waren er afgelopen weken weer volop. Nogmaals Nederland – Duitsland de 2-3 in de laatste minuut van de officiële speeltijd. Hoe kan de linksachter Schulz vrijstaand vanaf ongeveer de penaltystip scoren. In de herhaling kon je zien dat de focus naar de speler met de bal ging daar stapte de verdedigers op af. De bal werd knap teruggetrokken en even knap ingeschoten. Waar was het middenveld, waar was onze rechtsbuiten die Schulz liet lopen? Vermoeidheid? Concentratieverslapping? Mentaliteit? Stof om over na te denken.

Tweede voorbeeld is helemaal bizar. 26 maart Zwitserland – Denemarken 3-3. Vier doelpunten in het laatste kwartier. Eerst scoort Zwitserland de 3-0, pas in de 84e minuut scoort Denemarken de 3-1 om vervolgens in de 88e en 93e minuut nog twee keer te scoren. Hoe kun je in een kleine 10 minuten een ogenschijnlijk gewonnen wedstrijd toch nog weggeven. Naast de al genoemde oorzaken kun je hier er nog eentje aan toevoegen, angst en hoop. Na de 3-1 speelt de angst bij de Zwitsers nog niet en komt er bij de Denen wat meer hoop. Maar na de 3-2 slaat de angst wel toe voor Zwitserland en groeit het geloof voor Denemarken. De 3-3 in de blessuretijd bevestigt dit.

Er blijkt een verband te zijn tussen het scoreverloop aan het eind van een wedstrijd en de fysieke en psychische toestand van de spelers. Lijkt mij mooi voer voor trainers om na te denken hoe je hiermee moet omgaan en hoe je het team in die fase nog kan helpen. Ik zou zeggen trainers kijk eens naar het scoreverloop van jouw team in de competitie en kijk wat je daar uit kan halen. Je kunt natuurlijk ook denken ‘wat een gelul deze scorebordjournalistiek’.

*Metingbron op basis van competities en toernooien

Leo Verbeek (Talentbegeleiding en -coaching)

Reacties kun je sturen naar leoverbeek@terleede.nl