Aan iedereen met een Ter Leede hart.

En toen kreeg ik ineens de pen in handen van Leo, waarvoor dank.  Ik ben geen voetballer. Natuurlijk heb ik in mijn jeugd wel meegedaan aan schoolvoetbal, en in een grijs verleden zelfs een aantal wedstrijden als invalkeeper bij een bedrijven zaalvoetbalcompetitie, maar ik beschouw mezelf toch meer een voetbalmoeder.

Eind jaren ’90 ging onze tweeling bij Jaap op de Ukken. Hoe kan het ook anders, als je de Bruijn heet, kun je simpelweg niet anders dan gaan voetballen bij Ter Leede.  Een aantal jaar later volgde ook de jongste spruit. Moeders stond langs de lijn. Van begeleider, chauffeur, supporter, pannenkoekenbakker, begeleider bij Easter Open,  tot trouwste supporter van Vrouwen 3.

En ondertussen werd ik gastvrouw, ging later de coördinatie doen van de groep gastheren/vrouwen en werd benaderd voor de functie Wedstrijdsecretaris.

In die rol probeer ik velden in te delen op de zaterdag. Daar waar de KNVB nog wel es een steek laat vallen, mag ik die weer rechtbreien. De kleedkamerindeling is ook iedere week weer een behoorlijke puzzel en zeker de inhaal en oefenwedstrijden geven nog wel es hoofdbrekens. Maar alles met liefde voor de club.

Aan het einde van het seizoen, dat dit jaar behoorlijk anders was dan voorgaande jaren, zijn wij met diverse functionarissen al weer hard bezig met voorbereidingen voor 2020/2021. De eerste oefenpotjes staan al op de planning.

Inhakend op een van de laatste berichten van onze voorzitter wil ik ook een oproep doen voor vrijwilligers. Vele handen maken licht werk, en een sportclub als Ter Leede kan nu eenmaal niet zonder die vele handen. Kom es kijken op een zaterdagochtend in de jeugdbestuurskamer of vraag es om je heen aan mensen die al wat voor de club doen, hoe leuk het kan zijn, en wat er allemaal nog gedaan kan worden. Hoe meer zielen, hoe meer vreugd.

Laten we met elkaar hopen dat het komend seizoen in sportief opzicht een topjaar gaat worden. Natuurlijk bij voorkeur in goede gezondheid.

Graag geef ik de pen door aan Ter Leede legende Jan Ligtenberg.