Algemeen

De column van Don Leo: ‘Wanneer is een speler een talent?’

De column van Don Leo; ‘Wanneer is een speler een talent?’

Deze week is er in het trainersoverleg gesproken over talenten. De terechte vraag die gesteld werd is; ‘wanneer is een speler nu een talent?’ Daarbij bleek ook dat een speler in de ogen van de ene trainer een talent zou kunnen zijn terwijl de andere trainer dat toch echt anders ziet. De discussie heeft mij aan het denken gezet mede veroorzaakt doordat ik een bepaalde speler een buitengewoon talent vind terwijl die mening toch niet gedeeld werd. Zie ik het nu verkeerd? Het antwoord is ja!

Een speler betitelen als talent omdat hij of zij opvalt op het veld is te kort door de bocht. Uit onderzoek blijkt dat de beste leeftijdsperiode om talenten te scouten tussen de 15 en 17 jaar ligt. Profclubs scouten al op zeer jonge leeftijd en het blijkt dat van de spelers die tussen de 7 en 14 jaar gescout zijn er minder dan 1% uiteindelijk profvoetballer wordt. Daarnaast worden te veel dezelfde type spelers gescout meestal de nummers 10 en de aanvallers. Bij de profclubs komen dan ook vaak spelers op posities te spelen die ze niet gewend zijn en eigenlijk ook niet ambiëren. Een gescoute aanvaller moet dan in eens verdedigende middenvelder spelen. Het is naar mijn idee dan ook beter om de spelertjes lekker bij hun eigen cluppie te laten voetballen en op te leiden op de positie waar ze ook in uitblinken. In de leeftijdsfase (na de groeispurt van de puberteit) kunnen ze dan alsnog gescout worden als talent en is het slagingspercentage ook veel hoger.

Blijf nog steeds de vraag wat is een talent. Er zijn verschillende beschrijvingen voor te vinden op internet maar gemiddeld komt het op het volgend neer. Er wordt gekeken naar de technische vaardigheid (handelingssnelheid) het tactische inzicht (met en zonder bal) de fysieke gesteldheid (snelheid, lengte en kracht) en de belangrijkste van allemaal de mentaliteit (de wil om te verbeteren en in het veld de wil om te winnen) en dat altijd gekoppeld aan de positie waar je in het veld staat. Immers van een verdediger worden weer hele andere kwaliteiten gevraagd dan van een aanvaller en al helemaal als die van een keeper.

Kun je nu bij het bekijken van een wedstrijd opmaken wat een talent is? Nee, een meetlat leggen naast de voetbalvaardigheden levert nog geen uitkomst op. De ontwikkeling van een talent wordt vooral door zijn omgeving bepaald (ouders, gezinssituatie, vrienden, teamgenoten, trainers) en zoals al genoemd de mentaliteit (leert hij van zijn fouten, hoe is de inzet, het zelfvertrouwen, de zelfovertuiging, de persoonlijkheid).  

Conclusie; veel factoren bepalen of een speler een talent kan worden. De valkuil, die ik ook ben tegen gekomen, is te veel te letten op wat een speler met de bal kan. Dit terwijl een speler die goed een bal kan afpakken, sterk in het duel is en een goede voortzetting heeft in het spel, kan uitgroeien tot een kei van een verdediger. Meestal valt deze minder op, is niet spectaculair, wel die speler die met een omhaal in de 16 meter een ‘lucky’ goal maakt.

Ik ga nu anders naar de jeugdwedstrijden kijken om te zien of er spelers tussen lopen die in potentie uit kunnen groeien tot talentvolle spelers. Wetende dat in een jeugd-selectieteam bij een amateurclub gemiddeld 6 tot 8 spelers spelen die in aanleg zich kunnen ontwikkelen tot een selectiespeler bij de senioren en waarvan op termijn 1 speler het 1e elftal zou kunnen halen. Welke speler die ene is, dat is koffiedik kijken.

Dus geef alle (talentvolle)spelers een kans en leidt ze allemaal goed op!

Leo Verbeek (Talentbegeleiding en -coaching)

Reacties kun je sturen naar leoverbeek@terleede.nl

Nieuwe ballenpompen!

Dit seizoen zijn we bij Ter Leede over gestapt op nieuwe ballenpompen die de ballen tot 1/100 nauwkeurig oppompen.
Waarom? Er is gebleken dat ballen vaak veel te hard of juist te zacht opgepompt werden, dit komt de vlucht eigenschappen van de bal niet ten goede mede als het voetbal plezier. Ook de slijtage neemt fors toe bij een onjuiste druk.
De pompen hangen op 3 verschillende locaties zodat iedereen er gebruik van kan maken.

  • In het ballenhok, waar de ballen voor de wedstrijd hangen, hangt er 1 rechts, bij  binnenkomst, net achter de deur.
  • De 2e hangt in de rechter materialenkast in de gang bij de kleedkamers, gezien vanaf de ingang bij de fietsenstalling.
  • De 3e hangt in het chalet nabij het hoofdveld.

Dus begeleiders en coaches: door het gebruik van deze noviteit kunnen de ballen altijd op de juiste druk gebracht worden.
Uitleg over het gebruik en verdere informatie vind je hier.

Veel voetbal plezier!

Pupil van de Week: Ella Ammerlaan

Pupil van deze week bij de wedstrijd:
Ter Leede Vr1–RVVH Vr1

De 22 van …Ella.

1.Wat is je naam? Ella Ammerlaan

2.Hoe oud ben je? 11 jaar

3.Heb je broertjes of zusjes? Ik heb een broer, van 15

4.Wie zijn je vader en moeder en wat doen zij voor werk? Mijn moeder is Claire Scott, en ze is juf, mijn vader Louis Ammerlaan heeft zijn eigen bedrijf

5.Op welke school zit je en welke groep? Ik zit in groep 8m op Het Bolwerk

6.Wie zou je wel eens 1 dagje willen zijn en waarom? Ik zou Lieke Martens een dag willen zijn, omdat ik wil graag weten hoe het is om beroemd te zijn

7.Wat is je lievelingseten en wat lust je echt niet? Mijn lievelingseten is taco’s en ik lus echt geen lasagne

8. Wat wil je later worden? Ik wil later stewardess worden

9.Welke muziek luister jij graag? Ik luister graag k-pop (Koreaanse pop)

10.Welk tv programma vind je leuk? Het Jeugd Journaal

11.Hoelang zit je al op voetbal? 1 jaar dit is mijn tweede jaar

12.Welk team speel je? Jo11-4m

13.Op welke positie speel je? Rechts achter

14.Wie zijn je trainer(s)/ begeleider(s)? Erik Muetstege, Michael Elklerbout en Remco Vink

15.Heb je nog andere hobby’s naast het voetballen? Dansen

16.Wat is je leukste moment tot nu toe bij Ter Leede? Mijn eerste doelpunt

17.Wat is je favoriete club in Nederland? Ajax vrouwen

18.Wie is je favoriete speler/speelster in Nederland? Lieke Martens

19.Wie vind je de beste speelster van Ter Leede? Dat weet ik nog niet

20.Wie is je favoriete speler/speelster in het buitenland? Ronaldo

21.Hoeveel penalty`s ga je scoren van de 10?

22.Wat wordt de uitslag zaterdag?

Wil je verder nog wat zeggen of kwijt?

Vlag jij ook wel eens?

Sta jij ook wel eens langs de lijn te assisteren (vlaggen) en vraag je, je dan af hoe zat het ook al weer? Of ben je gewoon hierin geïnteresseerd?
Dan nodigen wij jou maandag 3 december om 19.30 uit om een avond bij te wonen welke gegeven wordt door KNVB docent André Aarden. André zal ons op een leuke, interactieve manier leiden door de wereld van de assistent-scheidsrechter.

Graag wel even je komst melden bij:  christelvanhoewijk@terleede.nl

De column van Don Leo: ‘Kunstgras versus natuurgras’

De column van Don Leo; ‘Kunstgras versus natuurgras’

Het is een eeuwigdurende discussie. Moet je nu voetballen op kunstgras of natuurgras? Voor beide kampen zijn veel medestanders te vinden. Kunstgras kent geen hobbels, is vrijwel altijd bespeelbaar en kan zwaarder belast worden. Natuurgras is klimaatgevoelig, is niet altijd vlak, wordt aan het einde van het seizoen hier en daar kaal en kan minder vaak bespeeld worden.

Maar er is meer, afgelopen zomer kwam uit onderzoek van RIVM naar voren dat het milieu er wel degelijk last van heeft. Niet zo zeer de gezondheid van de mens loopt direct gevaar maar het milieu direct rondom de velden en indirect via het wassen van de voetbalkleding waar de korrels in zijn blijven hangen. Voor gemeenten en clubs geen reden om van kunstgras af te zien. Daar tegenover, de eredivisie ziet graag dat alle clubs op natuurgras gaan spelen.

Blessuregevoeligheid bij kunstgras? Ook hier lopen de meningen uiteen. De ondergrond is minder veerkrachtig, je kunt eerder vast komen te staan, de belasting voor de gewrichten, spieren en pezen is groter. Maar ja… op natuurgras kun je eerder een enkel verstuiken, bij te hoog gras weer eerder knie verdraaien en aan het einde van het seizoen kan juist het natuurgras een harde ondergrond worden als het langdurig droog is geweest.

Schoeisel is van groot belang. Op kunstgras moet je echt speciale kunstgrasschoenen aandoen, althans dat is fysiek gezien beter. En op natuurgras moet je afhankelijk van een nat, drassig veld kiezen voor lange noppen en bij een droog veld voor korte noppen. Jeugd moet overigens altijd op korte noppen spelen!

Het spel is anders op kunstgras als op natuurgras. Volgens 12 aanvoerders uit de eredivisie; Alle technische vaardigheden zoals passen, trappen, aannemen zijn anders op kunstgrasvelden. Zo ook het stuiteren en daarna de richting van de bal. En natuurgrasveld dan? Ja, wellicht bij de eredivisie zal het gras optimaal zijn, juiste lengte, vlak en overal gras. Maar bij de amateurs is dat toch anders.

Een goed natuurgrasveld vergt veel onderhoud, maar… een kunstgrasveld verliest in de loop der jaren toch redelijk snel zijn oorspronkelijke vorm. Er is een groot verschil tussen de velden 1 en 9 en de velden 2 en 8 op ons sportcomplex. De nieuwere velden hebben ook een kwalitatief betere samenstelling. Maar op de velden 2 en 8 is het naar mijn idee veel minder goed gesteld dan de natuurgrasvelden 3 en 4. Het kunstgras ligt vrijwel overal plat waardoor je niet tussen de ‘grassprietjes’ staat maar er op. Het kunstgras is weliswaar op die velden niet versleten maar wel anders geworden en dus ook het spelen erop.

Gezien het aantal plussen en minnen bij beide soorten ondergrond en er zullen er ongetwijfeld nog meer zijn, is een keuze dus lastig. Wekelijks moet je ook nog eens afwachten of je uit of thuis op natuurgras of kunstgras speelt. Wist je dat een lichaam om goed te sporten en minder blessures op te lopen 7 weken nodig heeft om aan een andere ondergrond te wennen? Nou… ik kan al meer dan 7 jaar niet wennen aan kunstgras het woord zegt het eigenlijk al… het is nep!

Leo Verbeek (Talentbegeleiding en -coaching)

Reacties kun je sturen naar leoverbeek@terleede.nl

EHBO of BHV diploma … wie heeft het?

Wekelijks zijn er honderden kinderen en volwassen bij Ter Leede aan het sporten. Dan gaat er wel eens wat mis … Om dan adequaat te kunnen helpen zouden we graag beter inzicht hebben in de mensen die een opleiding BHV en/of EHBO hebben gedaan. Daarom willen we lijst van mensen met een EHBO of een BHV diploma opstellen, zodat we bij ongevallen gerichter en sneller kunnen handelen. Het zal moeilijk blijven om het 100% dicht te krijgen, maar alles helpt! Heb je een EHBO of BHV opleiding gedaan en vind je het niet erg om op die lijst te staan, laat het ons dan even weten en mail je naam naar: michielvandelft@terleede.nl

 Verenigen doe je tenslotte met z’n allen!

 Bij voorbaat dank namens alle leden die een keer een ongelukje hebben op ons sportveld,

 Bestuur Ter Leede

De column van Don Leo: ‘De mystiek van het 16 meter gebied’

De column van Don Leo; ‘De mystiek van het 16 meter gebied’

Het 16 meter gebied, het strafschopgebied, ‘penalty area’, ‘box’, ‘strafraum’, ‘backarea’ er zijn nog al wat internationale termen voor het 16 meter gebied. Maar de mystiek van deze ruimte is in alle landen hetzelfde. Binnen dit deel van het veld loopt de spanning extra op, je komt dicht in de buurt van het doel en dat betekent gevaar; een mogelijkheid tot scoren of juist het voorkomen van een doelpunt.

Spelers en scheidsrechter gaan zich dan toch ineens anders gedragen. Gevoed door de spanning kunnen de zenuwen op de spieren slaan en kan het dat een keeper het balletje tussen de benen door laat glippen of de aanvaller voor open doel overschiet. En bij een strafschop gaat de keeper vaak de intimidatie met de tegenstander aan, springt heen en weer, probeert de strafschopnemer onzeker te maken en kiest uiteindelijk een hoek. De strafschopnemer voelt de druk en spanning om de penalty te benutten. Zelfs de meest gelouterde speler mist dan ook wel eens de strafschop.

Vreemd die spanning in de 16 meter, dezelfde begenadigde speler schiet met ogenschijnlijk het grootste gemak een vrije trap van buiten het strafschopgebied met een prachtige krul over de muur in de bovenhoek. Dit terwijl de bal vanaf 11 meter nemen toch eenvoudiger is. Hoe komt het dat die spanning binnen de 16 meter anders is? Een vrije trap van buiten het strafschopgebied levert bij de speler achter de bal veel minder spanning op omdat als hij zou missen dit niet als allesbepalend wordt beschouwd. Hij neemt de bal dus wel geconcentreerd maar met minder spanning als dat hij een penalty moet nemen.

Ook de verdedigers acteren anders in de ‘box’. Een overtreding kan immers tot een strafschop leiden. Dit terwijl buiten de 16 men een forse tackle eerder zal durven aangaan. Zo ook bij corners dan is het een hectiek van jewelste in het ‘strafraum’. Trekken, duwen, voor de keeper gaan staan, eigenlijk een aandoenlijke en kinderlijke aanblik van volwassenen. En dan de scheidsrechter die het spel dan even stillegt en zegt; “Jongens jullie mogen niet aan elkaar zitten”. Dit kunnen ze beter achterwege laten en direct een strafschop geven of een vrije trap voor de verdediger.

Dan de overtreding binnen de ‘backarea’. Is het nu een strafschop of niet? Is het een ‘Schwalbe’ of een echte overtreding. Ook de spanning bij de scheidsrechter loopt op binnen het strafschopgebied. Soms worden overtredingen buiten de 16 bestraft terwijl dezelfde overtreding binnen de 16 weggewoven wordt. Dit omdat de consequentie, een penalty, groot is. En ik heb er af en toe ook moeite mee dat een lichte overtreding in het hoekje van het strafschopgebied, op de achterlijn, met op dat moment geen enkele scoringskans voor de aanvaller, toch leidt tot een strafschop. Kortom de spanning en zenuwen nemen nu eenmaal onbewust toe binnen de 16 meter.

Een aanpassing zou kunnen zijn om het 16 meter gebied daadwerkelijk een ‘box’ te maken en de afmetingen van 40,3 x 16,5 meter terug te brengen tot 16 x 16 meter en daarnaast het doelgebied af te schaffen, toch al nooit begrepen waarom die er is behoudens voor het nemen van een doeltrap. Zo ontstaat een magisch vierkant waarbinnen de spanning nog groter kan worden en een overtreding binnen de 16 m een strafschop oplevert die meer gerechtvaardigd is omdat de scoringskans ook groter is.

Zo ik heb even lekker out-of-the-box mogen denken. Maar… met de huidige FIFA zal een mogelijke spelregelwijziging op dit onderwerp deze eeuw niet meer doorgevoerd worden.

Leo Verbeek (Talentbegeleiding en -coaching)

Reacties kun je sturen naar leoverbeek@terleede.nl

De column van Don Leo: ‘De pingelaar een uitstervend ras?’

De column van Don Leo; ‘De pingelaar een uitstervend ras?’

Cruijff en Maradonna waren pingelaars, Messi en Robben zijn nog steeds pingelaars. Depay toont in momenten dat het een raspingelaar is, Frenkie de Jong durft zelfs van achter uit te pingelen. Maar wat is nu eigenlijk een pingelaar?

Op schoolpleintjes of achterafveldjes, waar geen trainers of begeleiders in de buurt zijn, daar worden pingelaars geboren. Spelertjes die intuïtief met de bal aan de voet richting het doeltje gaan en iedereen die daarbij in de weg staat voorbij dribbelt. Dit gaat vaak gepaard met schijnbewegingen, versnellingen, hakjes, korte draaibewegingen, kappen van de bal, kortom de hele trukendoos gaat open met uiteindelijk doel; SCOREN!

Dan komen de spelertjes op een voetbalvereniging en krijgen ze training. Ze moeten dan leren ‘samen te spelen’ en krijgen van de trainer de opdracht om over te spelen. Mocht het spelertje toch gaan pingelen, omdat hij op dat moment dat aanvoelt, dan volgt vanaf de zijkant de instructie: ‘overspelen!’. In eerste instantie zal het kind wellicht toch nog zijn gevoel volgen maar naar herhaalde opmerkingen en instructies dat hij toch vooral moet overspelen, zal hij daar gehoor aan geven en dit gaan doen.

Zo worden de spelertjes gekneed om een goed samenspelend team te vormen die uitstekend de bal in de ploeg weten te houden en van A naar B kunnen spelen. En… natuurlijk levert dit ook goals op. Maar wat als het even niet lukt met rondspelen, als de tegenstander de boel goed tegenhoudt? Dan is er creativiteit en durf nodig. De pingelaar moet opstaan, hij kan de boel openbreken, kan onvoorspelbare acties uitvoeren, kan gevaar stichten, kan scoren. Maar weet hij nog hoe het moet… dat pingelen. Immers op de trainingen en tijdens de wedstrijden is constant geroepen dat hij moet overspelen in plaats van pingelen.

Ik pleit ervoor om spelertjes die kunnen pingelen lekker te laten pingelen en wellicht dit juist te stimuleren. Zoek je tegenstander op en durf hem te passeren ‘op de gok van de bal kwijt te raken’. En raak je de bal kwijt, dan ervan leren en de volgende keer het opnieuw proberen. Zorg ervoor dat je op trainingen veel aandacht geeft aan het opzoeken en passeren van een tegenstander waarbij gebruik gemaakt wordt van schijnbewegingen, kappen en draaien, versnellingen… de hele trukendoos. En leer ze dit ook uit te voeren, laat het ze ervaren, blijf het herhalen. Dan zullen de pingelaars nog beter worden, de niet-pingelaars ervaren wat het is en leren de truckjes te doorzien en verbeteren desondanks hun techniek. De pingelaars selecteren zich zelf, want het hele team zal en kan niet alleen maar uit Messi’s en Robben’s bestaan.

Uiteindelijk is het de pingelaar die intuïtief zijn acties zal maken, die aanvoelt of hij nu binnendoor of buitenom zal gaan, die daarna zelf tot scoren komt of laat scoren. En vanaf de kant mag dan niet meer geroepen worden; ‘OVERSPELEN!’

Leo Verbeek (Talentbegeleiding en -coaching)

Reacties kun je sturen naar leoverbeek@terleede.nl

Cees van Loon overleden

Heden bereikte ons het droeve nieuws van het overlijden van Cees van Loon.
Cees was jarenlang een trouwe bezoeker en supporter van Ter Leede 1 totdat zijn ziekte hem de gang naar de Roode Molen onmogelijk maakte.
Afgelopen zondag overleed Cees op 74-jarige leeftijd in de Bernardus.
Wij wensen zijn familie veel sterkte toe bij het verwerken van dit verlies.

Bestuur vv Ter Leede.